Het is de vrijdag van de eindejaarsborrel. We hebben keihard
gewerkt en zijn toe aan wat extra dagen vrij. Leve de kerst! Eindelijk wat meer
tijd voor de kinderen en het gezin. Lekker knus samen zijn met de kaarsen aan.
Om half vijf stoppen we al met werken. De computers gaan uit en iedereen begeeft
zich naar de kantine. Bij de ingang word ik welkom geheten door een knappe
kerel van de catering die een dienblad vol champagne vast houdt. Na enkele
minuten begint de baas met zijn speech waarbij we eindigen met een toost op een
geslaagd jaar. Proost! Na het harde werken van de afgelopen maanden is iedereen
nu nogal uitgelaten. Het is dan ook onverwachts gezellig, voor een werk-borrel
dan. Ik probeer Teun een berichtje te sturen om hem te vragen of hij de
kinderen een keertje van de buitenschoolse opvang kan halen. Ondertussen pak ik
nog een rosétje aan van mijn knappe cateringvriend. Hij heeft feilloos in de
gaten dat hij bij ons groepje collega’s in de buurt moet blijven. Ik ga naar
het toilet en merk dat de glazen wijn me toch wel naar het hoofd zijn gestegen.
Niet handig! Als dat opvalt wordt er zeker over geluld. Op mijn mobieltje zie
ik dat Teun nog niet heeft gereageerd. Die heeft zelf ook borrel op zijn werk
en gaat er natuurlijk weer vanuit dat ik de kinderen regel. Nog één glaasje en
dan ga ik mijn lieverdjes zelf wel ophalen. Inmiddels komen ze met
borrelhapjes langs die ik per drie van het dienblad gris. Met wat voedsel in
mijn maag voel ik me vast minder duizelig.
Een leuk gesprek en twee rosétjes later, begeef ik me
richting auto. Maar waar zijn toch die verdomde autosleutels? Ik kiep mijn tas
ondersteboven en ga op mijn knieën zitten om mijn sleutels te zoeken en de rest
weer in mijn tas te proppen. Mijn baas loopt langs en vraagt me of alles wel
oké is. Ik besef me dat ik niet erg professioneel overkom al op de grond
zittende terwijl ik mijn lipstick, kauwgom en tampons bij elkaar graai.
Ondertussen heb ik wel mijn sleutels gevonden! Dan dient het volgende probleem zich
aan. Waar heb ik mijn auto geparkeerd? Ik ga midden op de parkeerplaats staan
en hou mijn sleutel in de lucht terwijl ik op ontgrendelen klik. Een paar
auto’s verder zie ik de alarmlichten knipperen. Gevonden! Fijn die technologie.
De buitenschoolse opvang is gelukkig bij ons in de straat.
Pfff, het is inmiddels al behoorlijk laat zie ik op mijn gouden Breitling. Ik
duw het gaspedaal verder in en haast me naar “De Rakkertjes”. Aangekomen bij de
opvang krijg ik een afkeurende blik van de leidster. Max en Mirre hebben hun
pyjama al aangekregen. De leidster vertelt me dat ze erg moe zijn en ook honger
hebben. Zij heeft ze net nog een banaan gegeven om de eerste trek te stillen.
Ja, eh druk op het werk, vergadering liep uit, .. stamel ik. Inmiddels staat
Max boos kijkend naast me en hangt Mirre huilend aan mijn been. Ik til haar op
en loop met mijn twee kinderen naar de auto. “Max, jij kunt jezelf wel vast maken”,
spreek ik hem liefdevol toe. Max loopt vermoeid naar de andere kant en klimt in
de auto. Ondertussen til ik Mirre in haar stoeltje. Op het moment dat ik haar
gordel vastklik, kijk ik haar aan. De grond lijkt onder mijn voeten te
verdwijnen. Dit is Mirre niet… maar een blond jochie met wat langer haar. Ik
was er vanuit gegaan dat het kind, dat zich aan mijn been klampte, het mijne
was. Gauw maak ik hem los en til ik hem uit de auto. Waarom roept dat joch ook
niet om zijn moeder. Raar kind! De leidster komt aangerend met Mirre. Ik durf
haar niet aan te kijken en met een verhitte wangen pak ik Mirre van haar aan.
Thuisgekomen maak ik gauw wat te eten klaar. Teun is nog
nergens te bekennen. De kinderen hebben rode wangen van de slaap en zelf sta ik
te draaien op mijn benen. Na het eten breng ik de kleintjes naar bed en plof op
de bank. Ik zie nog net het begin van het acht uur journaal en val dan in
slaap.
De volgende dag is het gelukkig zaterdag. Rustig aan dus en lekker
geen wekker. Die middag
hebben we een kerstborrel bij mijn schoonfamilie. Teun heb ik niet durven vertellen hoe
de dag ervoor is verlopen. Mijn hoofd bonkt nog na en ik ben misselijk. Maandag
na kerst moet ik me weer vertonen bij de naschoolse opvang en bij mijn baas.
Gelukkig zit er een weekje tussen en zijn ze het dan misschien vergeten. Binnen
bij mijn schoonouders is het een gezellige boel. Mijn schoonvader vraagt me wat ik
wil drinken. Hij heeft speciaal voor mij een goede rosé in huis gehaald. 'Rosé bevalt me niet zo
goed meer', bedank ik vriendelijk. "Doe mij maar een droge witte."
Jan