Vreselijke beelden zijn het. Vrouwen zoals ik. Moeders zoals
ik. Toch is er een groot verschil. Je ziet dat hun haren al veel te lang niet
zijn gewassen. Ze lijken de hoop te hebben opgegeven op een mooiere toekomst.
Tijden zoals vroeger, toen ze nog dromen hadden, mooiere kleding en de wereld
aan hun voeten lag. Daar is nu geen tijd voor. Hun kinderen zijn de voornaamste
zorg en elke dag de onvermijdelijke vraag: “Wat zullen we eten?” Inmiddels
zouden deze beelden me niet meer moeten choqueren maar het went nooit…
Kinderen lopen rond in vale hemdjes, hun haren tegen hun
hoofdjes geplakt van het zweet. In de verte loopt een vrouw in een oude trui.
Ik mag misschien al blij zijn dat ze íets heeft gevonden om aan te trekken.
Overal is lawaai en gillen kinderen. Een paar jongens maken ruzie om een paar
blokken. Zo triest om te zien. Er loopt een klein meisje te huilen. De tranen
stromen over haar gezicht, ze heeft snottebellen en roept om haar moeder. Het
is al zó gewoon geworden. Niemand kijkt meer op. Het meisje loopt snikkend door.
Gelukkig lopen er ook mensen rond die helpen. Mannen en
vrouwen die ervoor hebben gekozen op zo’n vreselijke plek te staan. Elke dag
weer. Bewonderenswaardig vind ik het. Ze zijn te herkennen aan hun gele shirts
met logo. Continu worden ze aangeklampt met vragen. Regelmatig weten ze ruzie
te voorkomen en geduldig staan ze de rijen vragende mensen te woord. Iedereen
wilt weten waar hij aan toe is. Als er dan eindelijk eten is, stormen ze erop
af. Ze lijken uitgehongerd. Geen kruimeltje blijft liggen, maar het is nooit
genoeg.
Je krijgt nu vast een beeld voor ogen. Verdriet zoals we dat
elke dag op het journaal zien. Mensen met nietsziende ogen die op de
automatische piloot proberen te overleven. Een beeld van een vluchtelingenkamp
vol ellende. Maar wat hierboven staat beschreven gaat niet over een land ver
weg. Niet over een land vol mensen in oorlog, getroffen door ziekte of honger.
Het gaat over ergens dichtbij. Ik was er
ook, want net als zij, doe ik ook alles voor mijn kind. Maar NOOIT ga ik nog
naar een indoorspeeltuin!!
Jan
Geen opmerkingen:
Een reactie posten